Deze drie streekgenoten met Brusselse roots brengen een programma vol volksmuziek: instrumentale traditionele dansmelodieën worden afgewisseld met liedjes, meestal in ’t Brussels gezongen, altijd triestig, altijd blij, maar nooit serieus.
Tjerrie Verhellen speelt accordeon, fluit, handtrom, doedelzak, en nog ’t een en ’t ander en zingt daarbij.
Johan Kayaert speelt gitaar, banjo, triangel en draailier.
En Gilbert- de Gille- De Cock speelt hommel, doedelzak, fluit, lepels, nickelharpa, enz… Ook een hoop zelfgebouwde slaginstrumenten waar een normaal mens niet aan zou durven beginnen.